cropped-logometgravurealleen-1.png
Sint-Hubertusprocessie Elewijt

Erkenning als immaterieel erfgoed

Sint-Hubertus aan het woord …

Ja, ik ben heel blij en heel fier!
In Elewijt hebben ze heel hard gewerkt, ze zijn echt goed bezig!

Waarom ik dat zeg?

Wel, omdat het Sint-Hubertusprocessieteam op maandag 1 juli 2024 om 15u51 een e-mail ontving van de Vlaamse overheid – Departement Cultuur, Jeugd en Media – waarin stond dat de Vlaamse minister van Cultuur onze Sint-Hubertusprocessie Elewijt op de inventaris Vlaanderen van het Immaterieel Cultureel Erfgoed plaatste.

Het Sint-Hubertusprocessieteam zorgde er dus voor dat mijn processie, de Sint-Hubertusprocessie Elewijt, op 1 juli 2024 erkend werd als Immaterieel Cultureel Erfgoed!

‘AMAI!’ was mijn en ook hun reactie.
Het processieteam bereikte waar ze een kleine 16 maanden intensief met een hele ploeg aan gewerkt hebben. 16 maanden waarin ze zich af toe afgevraagd hebben ‘waar zijn we toch aan begonnen’ en ‘waarom doen we zoiets’.

Welke meerwaarde heeft zo’n erkenning? En wat betekent zo’n erkenning voor mijn processie en voor zijn organisatoren?
Vooral als je weet dat bij zo’n erkenning geen enkel financieel voordeel verbonden is?
Waarom heeft het processieteam dan toch zo’n erkenning aangevraagd?

Wel,

  • mijn processie bestaat sinds 1603. Via deze erkenning wilde het processieteam al die personen die sinds meer dan 420 jaar de processie van Elewijt hebben gedragen, bedanken en eren.
  • En ze wilden bewustwording creëren over het erfgoed van ons dorp en wat dit erfgoed ook vandaag nog kan betekenen.
    Ze vonden deze bewustwording vooral belangrijk voor de nieuwe generatie en de talrijke nieuwe inwoners. En ze willen het rijke verleden van Elewijt in de toekomst nog meer aan bod laten komen.

Dààrom heeft het processieteam deze immense inspanning geleverd.

Want dat is niet zomaar gegaan, neen, de erkenning heeft letterlijk veel zweet en zelfs af en toe een traantje gekost.

Ben je nu nieuwsgierig geworden? Wel, ik zal jou vertellen wat aan de erkenning vooraf ging …

Alles begon zo ergens in 2022, toen Christian een draaiboek wilde maken van de organisatie van mijn processie, maar hoe moest hij daaraan beginnen?

Op aanraden van zijn vriend Patrick sprak Christian af met Veerle, de verantwoordelijke van de Hanswijkprocessie. Zij gaf hem goede raad en ook voorbeelden van het draaiboek van de Hanswijkprocessie. Tijdens hun gesprek liet ze zich ontvallen dat zij bezig waren om een aanvraag tot erkenning als Immaterieel Cultureel Erfgoed in te dienen. Dat intrigeerde Christian en dus vroeg hij wat meer informatie hierover. Veerle gaf hem de contactgegevens van Histories en van Parcum, meer bepaald van Julie.

Bij de volgende vergadering van het processieteam stelde Christian voor ook zulke aanvraag in te dienen. Iedereen ging akkoord en 6 mensen van het team wilden hieraan meewerken.

13 december 2022 was de start: Julie van de organisatie Parcum kwam toen voor de eerste keer naar Elewijt.

Zij stelde duidelijk dat een aanvraag tot erkenning als Immaterieel Cultureel Erfgoed heel complex was en eerder moest gezien worden als een echt traject.

Iedereen knikte maar niemand had op dat ogenblik enig idee wat het woord ‘traject’ betekende!
Julie zei ook dat deze aanvragen op twee momenten in het jaar konden ingediend worden: op 15 april of op 15 november.

Het processieteam besliste na die bijeenkomst de werkzaamheden te starten, de zogenaamde Parcum-werkgroep werd opgericht. Het doel werd ook vastgelegd: ze zouden de aanvraag indienen op 15 april 2024.

Die werkgroep kwam nadien regelmatig samen met Julie en ook met Jonas (die Julie een paar keren verving) om intensief aan het dossier te werken.

De werkgroep moest eerst een SWOT-analyse uitvoeren. Dat is een duur woord om te zeggen dat alle kansen maar ook alle bedreigingen, alle zwakten en ook alle sterktes afzonderlijk opgelijst werden.

Die 4 begrippen grondig, uitgebreid en heel concreet op papier zetten was niet evident maar bleek achteraf een heel waardevolle basis om mee verder te werken!

Want, naast een duidelijke beschrijving van mijn processie, moesten de borgen uitgewerkt worden. Borgen, of WAARborgen, die het processieteam zou geven om mijn processie te laten evolueren, om ervoor te zorgen dat de toekomst van mijn processie gewaarborgd werd.

Het team, een ploeg van ondertussen 8 personen, heeft vele waarborgen kunnen oplijsten. Teveel zelfs: al die waarborgen moesten opgedeeld worden in waarborgen die het team al dadelijk tijdens dat eerste jaar realiseerde, waarborgen die ze na de aanvraag op korte termijn en waarborgen die ze op langere termijn zullen realiseren.

Vrij snel stelde de werkgroep vast dat naast het verzamelen en op papier zetten van gegevens er regelmatig ook confronterende momenten kwamen waar belangrijke fundamentele vragen werden gesteld.
Om maar een paar voorbeelden te geven:
zij stellen zich de vraag of ze niet beter hun feitelijke vereniging omvormen naar een vzw of niet, ze stelden meermaals het concept van de processie in vraag, het dierenwelzijn werd met behulp van Chantal van CAG (Centrum Agrarische Geschiedenis / Dierenwelzijn) onder de loupe genomen (er lopen inderdaad een paar paarden mee en een aantal honden)
maar Joris Colla van KADOC, Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Religie, Cultuur en Samenleving stelde zich ook vragen in verband met de archieven van de processie (dat is een pijnpunt want tot op vandaag krijgt mijn team geen lokaal hiervoor) en ook de kleren van de processie hebben dringend nood aan een geschikte opslagplaats, …

Voor de aanvraag moest het processieteam ook aantonen dat er een voldoende draagvlak was. M.a.w. dat er voldoende mensen onze processie steunden.
Het team stelde een steunbrief op en werd zeer aangenaam verrast door de belangrijke steun van niet alleen allerlei organisaties van Elewijt en groot-Zemst, maar ook van talrijke organisaties van buiten Zemst. Bovendien ontving het team honderden particuliere steunbrieven van sympathisanten van Elewijt, Groot-Zemst en zelfs daarbuiten! Inderdaad, ik vond het interessant om te zien dat er bij de toeschouwers ook mensen waren van buiten Zemst, zelfs ver buiten Zemst!
Het processieteam kreeg een duidelijke bevestiging dat de processie van Elewijt veel inwoners nauw aan het hart ligt. Om die sympathisanten te bedanken zal het processieteam trouwens op de Sint-Hubertusviering van 3 november, na de eucharistie, een receptie organiseren in de kerk van Elewijt.

Met de zeer professionele hulp van vooral Julie van Parcum, maar ook van Jonas, Raf van Histories, Chantal van Dierenwelzijn, Joris van KADOC en Willy van de Semse, bereikte het processieteam dan na 16 maanden, na 9 vergaderingen, na een 5-tal versies van hun aanvraag waarin ze zo’n 400 opmerkingen aan hun teksten verwerkten en na een intensief e-mailverkeer met Julie de definitieve versie van hun aanvraag.

Op 4 april 2024, vóór de deadline van 15 april, diende het processieteam haar aanvraag in.

Vanaf dan was het gespannen wachten op het advies van de bevoegde Commissie en de beslissing van de Minister. Dat zou begin juli komen, was gezegd.

1 juli kwam de bevestiging dat mijn Sint-Hubertusprocessie Elewijt erkend werd als Immaterieel Cultureel Erfgoed. En hou je vast: mijn processie werd erkend samen met … de Hanswijkprocessie van Mechelen en de Sint-Leonardus-processie van Zoutleeuw!

Wat ben ik FIER!!!

‘En wat nu’ zal je vragen?

Wel, praktisch: voortaan mag het Sint-Hubertusprocessieteam het logo van het Immaterieel Cultureel Erfgoed dat de Vlaamse Gemeenschap ontwikkelde voor de Inventaris Vlaanderen, gebruiken in haar communicatie.

Vanaf nu moet het processieteam tweejaarlijks verslag uitbrengen over de borgingsactiviteiten en de evolutie van mijn processie. Zoniet kunnen we onze erkenning kwijtspelen.

De erkenning van onze processie is dus niet het eindpunt, het is de start van een traject dat mijn processieteam aflegt.

Dankzij dat traject hebben ze al heel wat bijgeleerd!

Ik kijk uit naar de toekomst …