Sint-Hubertusprocessie Elewijt
Geschiedenis
Patroonheilige van Elewijt
Van oudsher staat Sint-Hubertus bekend als patroonheilige van de parochie Elewijt die zeer waarschijnlijk al vóór de 12de eeuw gesticht werd.
Het dorp wordt in oude teksten vaak Sint-Huybrechts-Elewijt genoemd.
Met de verering als patroonheilige kwam ook zijn kracht als beschermer tegen en genezer van hondsdolheid naar Elewijt.
Een document uit 1506-1507 vermeldt dat Elewijt toen al een grote vermaardheid kende, vermits men vanuit Groot-Bijgaarden “t’Elewyck met de verkens (was) geweest die van eenen razenden hond gebete waren”. In 1574 werden de relikwieën van de heilige godvruchtig in een schrijn bewaard en was één van de vijf altaren in de kerk aan de H. Hubertus gewijd. Echter in 1595 waren de relikwieën verdwenen, waarschijnlijk als gevolg van de plundering van de kerk in 1580 door een bende beeldenstormers en/of ketters. De altaren in de kerk werden ontheiligd en de pastorij in brand gestoken. De Sint-Huybrechtssleutels, die de gebeenten van de heilige hadden aangeraakt en waarmee de wonden – door razende honden veroorzaakt – werden gebrand, bleven gelukkig bewaard.
De verering herstelde zich evenwel al snel en in 1599 schreef Landsdeken De Mol uit Mechelen: “Vermaard is (er) de gedachtenis van de H. Hubertus, die tweemaal ’s jaars onder grote toeloop van volk vereerd wordt. De offergiften belopen tot zestig rijnsgulden. Pastoor Christophorus van Espen getuigt dat velen van de vallende ziekte en van razernij zijn verlost. De koster is ermee gelast de gebetenen met een gloeiend ijzer te branden en zonder enige superstitie bezorgt hij hun brood, gewijd door de pastoor met gewoon het gebed uit het Luiks missaal, alsook gewijd water, dat ze moeten gebruiken negen dagen lang en daarbij negen Onzevaders en Weesgegroeten bidden.” Opmerkelijk is dat bij afwezigheid van de koster zijn vrouw instond voor het branden en dat dit alleen gebeurde wanneer er bloed uit de wonde vloeide.
In 1602 werd geschreven dat de begankenis van Sint-Hubertus te Elewijt al van mensenheugenis plaatsvond. In een tekst van 1623 geeft de deken uitleg over het brandijzer of de sleutel: “De oude Sint-Huybrechtssleutel werd vernieuwd, maar het grootste deel ervan komt voort van de vroegere, die misschien wel 200 jaar oud was. De oude sleutel had de relikwieën van de heilige nog aangeraakt.”
Het grote succes van de Sint-Hubertusverering leidde in het dorp tot de aanwezigheid van talrijke herbergen waar pelgrims terecht konden voor drank en eten en eventueel overnachting. In de buurt van de kerk bevonden zich ‘de Sint-Huybrecht’, ‘In de Keyser’ later ‘In ’t goed Hart’ (18de eeuw), ‘In den Hert’ (1741), ‘In de Valk’ (1735), en verder in het dorp ‘De Swaen (1727) en ‘In de Oude Kat’ (1755).
Meer dan 400 jaar processie
In 2003 werd te Elewijt 400 jaar Sint-Hubertusprocessie gevierd. Hiervoor werd gerefereerd naar een rekening van de H. Geesttafel (destijds de armenbijstand) uit het parochiearchief van het jaar 1603, waarin geschreven werd dat op de processiedag, de tweede Sinksendag, een bedrag van 57 gulden geofferd werd. Ook vinden we in die rekeningen uitgaven voor billekens (prentjes) en vaentiens (vaantjes) geleverd in 1601 voor 9 gulden en in 1603 20 gulden voor prentjes. Dit moeten grote hoeveelheden zijn geweest. Het feit dat Elewijt omstreeks het jaar 1600 slechts zo’n 400 inwoners telde, impliceert dat het volk van heinde en ver toestroomde om de processie bij te wonen.
Belangrijk voor de verering is dat de parochie opnieuw in het bezit kwam van een relikwie van Sint-Hubertus. In 1650 werd deze vanuit de kapel van het kasteel van Frederik de Marselaer, heer van Perk en Elewijt, onder grote volkstoeloop overgebracht naar de kerk van Elewijt, waar die nog steeds bewaard wordt. In hetzelfde jaar werd door Heer de Marselaer de schenking gedaan van vier bunderen grond genaamd de Stockbeemden aan een stichting. De opbrengst van deze stichting diende aangewend tot het onderhoud van een kapelaan die op zon- en feestdagen een vroegmis moest opdragen voor de talrijke bedevaarders.
Op 1 mei 1651 vond de oprichting plaats van de Broederschap van Sint-Hubertus, waardoor de aandacht gedeeltelijk werd verlegd naar de patroonheiligedag op 3 november. De toeloop van bedevaarders uit alle gewesten en zelfs uit Holland en Frankrijk bleef steeds aangroeien. Het Broederschap telde in de beginjaren 1800 ruim 10.000 leden. Zelfs onder de Franse revolutie en de boerenkrijg was de bedevaart naar Elewijt bloeiend gebleven. Bij beslissing van paus Pius VIII in 1829 konden de leden ondermeer een volle aflaat verdienen als zij op 3 november in de kerk van Elewijt rouwmoedig biechtten, communiceerden en godvruchtig baden voor de uitroeiing der ketterijen en de verheffing van de H. Kerk. Bij de plundering van de kerk door de Duitsers in augustus 1914 verdween de relikwie om op 3 november, de feestdag van de heilige, teruggevonden te worden.
In 2023 herdenkt Elewijt de 420ste verjaardag van de Sint-Hubertusprocessie. Zoals hiervoor aangetoond werd, gaat de verering van de heilige veel verder terug in de tijd, hetgeen vermoedelijk ook het geval is voor de processie.
Bron: Sint-Hubertusprocessie Elewijt – artikel in de nieuwsbrief van de Semse mei 2023